Het nieuwe pandrecht – Eigendomsvoorbehoud

Hoe raar een knikker rollen kan

Ondernemingen dienen zich zo goed als mogelijk te wapenen tegen de insolventie van hun debiteuren. Eén van de ‘tools’ die ondernemingen wordt aangereikt, betreft het eigendomsvoorbehoud. In deze bijdrage nemen wij het eigendomsvoorbehoud onder de loep, evenals de wijzigingen die het nieuwe pandrecht met zich meebrengt.

Wat?

Een beding van eigendomsvoorbehoud is een contractuele clausule die bepaalt dat een koper pas eigenaar wordt van het aangekochte goed na betaling van de volledige koopprijs.

Dergelijke clausule komt vaak voor in contracten en algemene (verkoops- en leverings)voorwaarden van ondernemingen.

Als de koper in gebreke blijft om de koopprijs te betalen, kan de verkoper onder bepaalde voorwaarden teruggave eisen van het verkochte goed. Het eigendomsvoorbehoud vormt een uitzondering op het algemene (wettelijke) principe dat de eigendomstitel wordt overgedragen van de verkoper op de koper van zodra zij een akkoord hebben bereikt omtrent de prijs en het goed dat wordt verkocht.

Let wel: Als de koper juridisch nog geen eigenaar is geworden van het goed omwille van een eigendomsvoorbehoud, maar er wel reeds in het bezit van is gesteld, is het belangrijk eveneens te bedingen dat alle risico’s op verlies of schade bij de koper komen te liggen vanaf de totstandkoming van de overeenkomst.

Huidige wetgeving

De afdwingbaarheid van een eigendomsvoorbehoud en de rechten van de onbetaalde verkoper worden specifiek en enkel geregeld in de faillissementswetgeving. Daarin is bepaald dat een schuldeiser, in het geval zijn debiteur failliet gaat, teruggave kan eisen van de curator van onbetaalde roerende goederen waarvoor een eigendomsvoorbehoud is bedongen.

Er worden echter een aantal voorwaarden gesteld:

  • Het verzoek tot teruggave moet tijdig worden ingesteld (vóór neerlegging van het eerste Proces-Verbaal van verificatie van de schuldvorderingen).
  • Het beding van eigendomsvoorbehoud moet schriftelijk zijn bedongen uiterlijk op het ogenblik van levering van de goederen.
  • De goederen moeten zich nog in natura bij de debiteur bevinden. Ze mogen niet vermengd zijn met een ander goed of onroerend zijn geworden door incorporatie (= vastgemaakt zijn aan een onroerend goed).

Het nieuwe pandrecht

Door de inwerkingtreding van de wet van 2 augustus 2013 (het nieuwe pandrecht) op 1 januari 2018 wordt er een algemene wettelijke grondslag tot stand gebracht voor het eigendomsvoorbehoud.

De algemene regel houdt in dat roerende goederen die worden verkocht met een beding van eigendomsvoorbehoud, teruggevorderd zullen kunnen worden van de koper wanneer deze in gebreke blijft om de koopprijs te betalen. (ongeacht de juridische aard van de overeenkomst waarin het is opgenomen; dus niet enkel voor koopovereenkomsten, maar bijvoorbeeld ook aanneming, ruil, etc.)

Voorwaarde

Ook hier wordt vereist dat het eigendomsvoorbehoud schriftelijk wordt vastgelegd ten laatste op het ogenblik van levering van het goed (bijv. in de vorm van een ondertekende overeenkomst, factuurvoorwaarden, etc.). Deze vereiste (ten laatste op het ogenblik van levering) betekent dat een eigendomsvoorbehoud niet afdwingbaar zal zijn als deze pas voor het eerst opduikt in de factuur na levering van de goederen.

In het geval de koper van het goed een consument is, wordt bovendien vereist dat uit dit geschrift uitdrukkelijk de toestemming van de consument blijkt met het eigendomsvoorbehoud, hetgeen in de praktijk in feite betekent dat het geschrift ondertekend moet zijn door de consument.

Uitbreiding recht

Het recht van de onbetaalde verkoper om zich op het eigendomsvoorbehoud te beroepen, wordt bovendien uitgebreid. In de faillissementswet is heden nog bepaald dat er geen teruggave kan worden geëist van de curator in het geval de verkochte goederen geïncorporeerd werden in een onroerend goed of vermengd werden met andere goederen.

Van deze regel wordt afgestapt. De onderstaande regels worden vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe pandrecht verheven tot algemene regel en zullen eveneens van toepassing zijn in geval van faillissement van uw debiteur of bij andere omstandigheden waar er samenloop van schuldeisers ontstaat (vb. WCO-procedure):

  • In geval van vermenging van het verkochte goed met andere roerende goederen die onderling vervangbaar zijn, blijft het eigendomsvoorbehoud onverkort van toepassing.
  • In geval de goederen verwerkt worden tot een nieuw goed, dan zal het eigendomsvoorbehoud onder bepaalde voorwaarden zelfs gelden voor het nieuw tot stand gekomen goed.
  • In geval van incorporatie in een onroerend goed, blijft het eigendomsvoorbehoud ook gewoon bestaan, doch op voorwaarde dat het eigendomsvoorbehoud werd geregistreerd in het pandregister.

Het hoeft aldus geen betoog dat een beding van eigendomsvoorbehoud heel wat voordelen kan opleveren voor een onderneming in haar strijd tegen insolvabele debiteuren. Een dergelijk beding mag dan ook zeker niet ontbreken in uw algemene (verkoops- en leverings)voorwaarden of contracten.

Deel dit op