Bescherming van bedrijfsgeheimen

bedrijfsgeheimen

Met de wet van 30 juli 2018 werd er een nieuw wettelijk kader gecreëerd voor de bescherming van bedrijfsgeheimen. Dit betreft de omzetting van een Europese richtlijn. PC Advocaten geeft u een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

Wat is een bedrijfsgeheim?

Niet alle ‘gevoelige’ informatie van een bedrijf valt onder de noemer bedrijfsgeheim. Volgende cumulatieve voorwaarden moeten zijn vervuld:

  • Het moet gaan om informatie die niet algemeen bekend is of niet gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met dergelijke informatie (m.a.w. de informatie is geheim).
  • De informatie bezit handelswaarde omwille van het feit dat zij geheim is.
  • De persoon die over de informatie beschikt, heeft redelijke maatregelen genomen om deze informatie geheim te houden.

Enkel bedrijfsinformatie die aan deze drie voorwaarden voldoet, wordt bestempeld als bedrijfsgeheim met het oog op de toepassing van de nieuwe wet.

Dit moet ook duidelijk onderscheiden worden van de intellectuele eigendomsrechten (octrooien, merken, etc.) waarvoor specifieke wetgeving bestaat. De nieuwe wetgeving zal wel relevant zijn als ondernemingen de (strategische) keuze maken om geen intellectueel eigendomsrecht aan te vragen. Denk bijvoorbeeld aan Coca-cola, die haar recept tot op heden nog steeds geheim weet te houden.

Bescherming van bedrijfsgeheimen

De wet biedt ‘tools’ aan ondernemingen om op te treden tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim. Deze begrippen worden hierna verder toegelicht.

Voorkomen is echter nog steeds beter dan genezen. Het blijft van uitermate groot belang dat ondernemingen alle nodige maatregelen treffen om hun bedrijfsgeheimen te beschermen (zoals het afsluiten van confidentialiteitsovereenkomsten, het beveiligen van computers, afgesloten ruimtes, etc.). Bemerk trouwens dat het treffen van redelijke maatregelen ter bescherming van de geheime informatie één van de voorwaarden is om de stempel bedrijfsgeheim te krijgen (cfr. definitie). Bij onvoldoende beveiliging of nalatigheid zal men zich niet op de beschermingsmaatregelen kunnen beroepen die de wet voorziet.

Wanneer is een bedrijfsgeheim onrechtmatig verkregen?

De verkrijging van een bedrijfsgeheim is onrechtmatig als:

  • De informatie werd bekomen door onbevoegde toegang tot of door het zich onbevoegd toe-eigenen of kopiëren van documenten, voorwerpen, materialen, substanties of elektronische bestanden OF
  • men wist of had moeten weten dat de persoon die hem het bedrijfsgeheim kenbaar maakte deze informatie op een onrechtmatige manier gebruikte of openbaar maakte OF
  • de informatie werd verkregen door andere gedragingen die, gezien de omstandigheden, worden beschouwd als strijdig met de eerlijke handelspraktijken.

Een bedrijfsgeheim wordt daarentegen geacht rechtmatig verkregen te zijn indien:

  • dit het gevolg is van een onafhankelijke ontdekking of onafhankelijk ontwerp;
  • de informatie werd verkregen door observatie, onderzoek, demontage (‘reverse engineering’) of testen van een product of voorwerp dat ter beschikking van het publiek is gesteld of dat rechtmatig werd verkregen door een bepaald persoon, tenzij deze persoon beperkingen werd opgelegd en hij deze verplichting miskent;
  • de informatie werd bekomen door werknemers of werknemersvertegenwoordigers in de uitoefening van hun recht op informatie en raadpleging;
  • de verkrijging, in het licht van de concrete omstandigheden, in overeenstemming is met de eerlijke handelspraktijken.

De verwijzing naar de eerlijke handelspraktijken laat heel wat marge voor interpretatie. Dit zal als criterium gelden als er geen duidelijke rechtsgrond is.

Wanneer is het gebruik of de openbaarmaking van een bedrijfsgeheim onrechtmatig?

In volgende gevallen is het gebruik of de openbaarmaking van bedrijfsgeheimen onrechtmatig, m.n.:

  • Indien het bedrijfsgeheim op onrechtmatige wijze werd verkregen;
  • Indien het een inbreuk vormt op een geheimhoudingsovereenkomst of een andere verplichting tot het niet openbaar maken of gebruiken van het bedrijfsgeheim;
  • Indien de persoon op het moment van gebruik of openbaarmaking wist of had moeten weten dat de informatie werd bekomen van een persoon die het bedrijfsgeheim onrechtmatig gebruikte of openbaar maakte.

Ook het produceren, aanbieden of in handel brengen van ‘inbreukmakende goederen’ (goederen die bij de productie of het in handel brengen ervan aanzienlijk baat hebben gehad bij een bedrijfsgeheim dat onrechtmatig werd verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt) of de invoer, uitvoer of opslag ervan voor deze doeleinden wordt als onrechtmatig beschouwd als de persoon die deze activiteiten stelt, wist of had moeten weten dat het bedrijfsgeheim onrechtmatig werd gebruikt.

Uitzonderingen

De wet voorziet echter een aantal uitzonderingen. Deze zijn gericht op het beschermen van de rechtmatige belangen van o.a. (onderzoeks)journalisten, klokkenluiders en werknemers.

In volgende situaties zal een vordering wegens onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim worden afgewezen:

  • De uitoefening van het recht op vrijheid van mening en van informatie, met inbegrip van de eerbiediging van de vrijheid en het pluralisme van de media;
  • Het onthullen van wangedrag, fouten of illegale activiteiten, op voorwaarde dat de verweerder handelde met het oog op de bescherming van het algemeen openbaar belang;
  • Het openbaar maken van het bedrijfsgeheim door werknemers aan hun (syndicale) vertegenwoordigers, op voorwaarde dat dit noodzakelijk is voor de uitoefening van hun vertegenwoordigende functie;
  • De bescherming van een rechtmatig belang dat erkend is in het recht van de Europese Unie of het nationale recht.

Procedurele maatregelen

In het geval een bedrijfsgeheim onrechtmatig wordt verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt, worden aan de houder van het bedrijfsgeheim verschillende ‘tools’ geboden om de inbreuk tegen te gaan of te herstellen.

De houder van het bedrijfsgeheim kan o.a. een verbod eisen op het verkrijgen, het gebruik of de openbaarmaking van het bedrijfsgeheim. Men kan ook eisen dat ‘inbreukmakende goederen’ worden vernietigd, teruggeroepen of niet verder geproduceerd of in handel gebracht mogen worden. De houder van het bedrijfsgeheim kan ook eisen dat documenten, voorwerpen of elektronische bestanden die het bedrijfsgeheim bevatten of belichamen worden vernietigd of worden teruggegeven aan de eigenaar, etc. Dit alles onverminderd het recht om een schadevergoeding te eisen voor alle geleden schade.

De bewijslast omtrent de omvang van de schade ligt bij de schadelijder. In veel gevallen is het echter moeilijk om alle geleden schade te berekenen én te bewijzen. Bij geheimhoudingsovereenkomsten raden wij steeds aan om de vergoedingen verschuldigd bij inbreuk forfaitair vast te leggen, onverminderd het recht om een hogere schadevergoeding te eisen. Dit kan de bewijslast van de schadelijder heel wat lichter maken. De forfaitaire schadevergoeding mag echter niet bovenmatig zijn. Het mag hoogstens gericht zijn op het vergoeden van de potentiële schade die voor een dergelijke inbreuk kan worden voorzien. Indien de schade toch hoger oploopt, is het aan de schadelijder om daar het bewijs van te leveren.

Het komt steeds toe aan de bevoegde Rechtbank om te oordelen of en in welke mate de eis van de benadeelde persoon rechtmatig is.

De nieuwe wetgeving trad in werking op 24 augustus 2018.

Deel dit op